12 november 2014

Moederen


Dat het fantastisch is om een kleintje van dichtbij te zien opgroeien. En dat het verdorie ook lastig is. Dat haar fijne stemmetje een oermechanisme in gang zet. En dat ik soms hunker naar stilte. Even geen appèl. Dat ik dan in een zeldzaam moment dat ze er niet is, het huis verdwaasd ronddwaal en voor de zekerheid toch maar stil mijn gang ga. Ze moest eens wakker worden...

Dat ik vaak terug denk aan toen ik haar voor het eerst zag. Dat ik haar flapoortjes zo passend vond. Dat ze in overleefmodus stond en iedereen krampachtig toe glimlachte. Hoe jammer ik dat voor haar vond, maar hoe die krampglimlachjes hun doel niet misten. En dat ze eigenlijk geen flaporen heeft.

Dat het verwonderlijk is hoe snel ze opgroeit. Hoe diep het me treft dat ze zich leert handhaven in de wijde wereld. Toen ze voor de zoveelste keer over haar voeten struikelde, maar zich voor het eerst niet onbesuisd in mijn armen stortte. Ze keek me verontschuldigend lachend aan en krabbelde snel overeind. Ik zag de schaamte haar intrede doen. Zo'n zonde.

Dat ik mijn best doe. En dat het schuldgevoel altijd op de loer ligt. Hoe die verantwoordelijkheid voor een kind van een ander hard doorweegt. En dat ze zo eigen en vertrouwd voelt. 

1 opmerking:

  1. Ik kwam hier een beetje toevallig terecht. Heel erg mooi, ontroerend en ook pijnlijk, dit stukje. Eerlijk. En ik herken ook een beetje mijn eigen stijl in je manier van schrijven, dat is toch wel speciaal om te merken. Familie :)

    BeantwoordenVerwijderen